Drempelwaarde geeft de extra ruimte aan die overbrugt moet worden voordat een sensor binnen de ingestelde grenswaarde is.
Voorbeeld:
De temperatuur is warmer dan de ingestelde bovengrens van 8 graden, met een ingestelde drempelwaarde van 1. In dit geval moet de temperatuur onder de 7 graden komen (8-1=7), voordat een sensor binnen de ingestelde grenswaarde is.
Bij ondergrenzen geldt het uiteraard dat de drempelwaarde bij de ondergrens moet worden opgeteld (2+1=3)
LET OP: Het kan voorkomen dat je bijvoorbeeld een alarm ontvangt van 7,8 graden terwijl de bovengrens 8 is (bij drempelwaarde van 1). Je denkt dat alles goed is maar het alarm is nog actief. Mocht de temperatuur niet onder de 7 graden komen en vervolgens warmer worden krijg je hier geen alarmmelding van. De sensor stond tenslotte nog in alarm. Let dus goed op met het instellen van een drempelwaarde.